Ik ben er niet goed in. Werk in opdracht. Ik denk dat ik moet schrijven: ” Ik ben er niet snel in”.
Steeds vaker werk ik in opdracht. Soms heb ik meteen het beeld voor ogen dat ik maken wil. Nog tijdens het gesprek erover, soms nog voordat de ander, de opdrachtgever, uitgesproken is. Vraag me niet hoe het werkt, het beeld ìs er gewoon. Maar het gaat ook vaak anders. ik ga ergens kijken, iemand wil een lamp, een beeld, een poort, een wagen. Bijvoorbeeld. Ik neem de ruimte in me op, formaat, sfeer, omgeving, wensen van de opdrachtgever. Dat kan een enkel woord zijn, dat kan een hele wensenlijst zijn, het kan ook zijn dat ik volledig de vrije hand krijg. Dan kan het ook wel zijn dat er vrij snel een beeld is, maar er moet nog wel wat aan gebeuren. Ik moet eerst even experimenteren met materiaal en vorm, verschillende afmetingen.Maar soms komt het dan ineens tot stilstand. Andere dingen nemen voorrang, deadlines voor exposities, andere werkzaamheden, etc. Maar niet alleen daardoor. Het feit dat ik er aan moet werken, materiaal, afmetingen en dergelijke, wil zeggen dat het beeld nog niet is zoals ik het wil. Dat het in de basis nog niet goed is. En dan kan er zomaar een hele tijd overheen gaan. Er zijn opdrachten waar ik vier jaar over gedaan heb. terwijl het feitelijke werk een maand besloeg of soms nog veel korter. Daarbij verandert in die tijd soms ook nog je beeldtaal, zodat het eerste beeld dat je had helemaal niet meer passend is. Passend bij mij op dat nieuwe moment in de tijd.
Maar dan ineens is het er. het beeld, de uitweg. Want het zit me wel op m’n nek al die tijd. Een rafelrandje, een onaf ding dat toch steeds ruimte vraagt in je hoofd. Het helpt me soms om in overleg met de opdrachtgever een deadline te stellen. Ik kom vaak pas ècht goed op gang als de druk hoog genoeg is. Deze maand maak ik twee opdrachten af die er al veel te lang lagen.
Deze lamp bijvoorbeeld. Voor meer beelden ervan, ik heb er verschillende uitvoeringen van gemaakt, zie de pagina “lampen”
Het ging niet sneller.