Vandaag een spiegel afgemaakt. Begonnen met een gouden lijst, een oude, her en der wat kapotte lijst die in vier delen aangeleverd werd door de opdrachtgever. Ze dacht een complete lijst te hebben, wilde graag dat ik er iets mee deed, een aantal maten waren gegeven.
Maar het bleek helemaal geen complete lijst te zijn, het waren vier delen die geen geheel vormden en ook elk weer meer van vorm verschilden dan je op het eerste gezicht zag.
Heb er een stalen constructie achter gebouwd en de overgangen met loden “pleisters” verbonden, waarmee ik ook de verschillen wat kon wegwerken. Bladeren van koper uitgesneden uit een paar oude dakgoten die prachtig groen geworden waren. Vanmiddag in het atelier zei iemand het zo mooi te vinden dat het materiaal zo natuurlijk gebleven is. Maar schijn bedriegt. Er zit inderdaad een natuurlijk patina op, maar ze worden eerst met de plasmasnijder uitgesneden, vervolgens met de bandschuurmachine precies in de vorm geschuurd die ik wil, dan met een machinale staalborstel bewerkt, vervolgens de polijstmachine. En dan las ik de nerven aan de steel, boor de gaten in het blad waar ik die nerven wil bevestigen, steek die er door, sla ze dubbel aan de achterkant (kunt u het nog volgen?) Ik laat het materiaal kortom, geheel natuurlijk…
Maar het is natuurlijk wel dat door de tijd en het weer gevormde patina, dat mooie kopergroen, dat het blad maakt tot wat het is.
De bladeren zitten vast aan de constructie die achter de spiegel zit en volgen de lijst min of meer, de klimplant die zich aan de rand hecht.De spiegel komt te hangen in het achterste deel van een kamer, om daar meer licht en ruimte te brengen. Maar om dat ook ’s avonds te doen heb ik er twee fittingen in aangebracht, achter de bladeren in de hoek. Die heb ik glanzend gepolijst aan de achterkant, zodat ze het licht goed reflecteren.
Klaar! En als je een spiegel fotografeert kom je er zelf ook op te staan. En mijn atelier.
Volgende keer over het genot van rommelmarkten en waar een mens zoal gelukkig van kan worden.